Berekening weerstandscapaciteit
Onderstaand de berekening van de structurele en incidentele weerstandscapaciteit. De berekening van de onbenutte belastingcapaciteit wordt onder de tabel afzonderlijk toegelicht.
Weerstandscapaciteit | 1 januari 2026 |
|---|---|
Incidentele weerstandscapaciteit | |
Algemene reserve | 43.090 |
Budgetegalisatiereserve | 1.880 |
Reserve sparen vooraf | 395 |
Verwacht begrotingssaldo incidenteel | -1.644 |
Incidentele weerstandscapaciteit | 43.721 |
Structurele weerstandscapaciteit | |
Onbenutte belastingcapaciteit | 3.600 |
Stelpost onvoorzien | 8 |
Verwacht begrotingssaldo structureel | 3.916 |
Structurele weerstandscapaciteit | 7.524 |
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit | 51.245 |
Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit is de ruimte die nog mogelijk is voor een tariefsverhoging OZB alvorens een gemeente toe kan treden als artikel 12 gemeente. Dit gebeurt wanneer een gemeente de eigen financiële huishouding niet meer rond krijgt en een beroep moet doen op extra gelden. Een gemeente wordt als het ware onder curatele gesteld. Op basis van het landelijke gemiddelde OZB-percentage van de WOZ-waarde is het percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 van de Financiële verhoudingswet voor het jaar 2025 vastgesteld op € 3,6 miljoen.