Beleid omtrent weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen geeft aan in hoeverre de gemeente financiële tegenvallers kan opvangen zonder dat het bestaande beleid moet worden gewijzigd. Het geeft inzicht in de robuustheid van de financiële positie van de gemeente. Bij het weerstandsvermogen wordt onderscheid gemaakt in structureel en incidenteel weerstandsvermogen.
Inschatting risico's
Voor een goede bedrijfsvoering moeten we weten welke risico's (en kansen) wij hebben en hoe wij deze risico’s kunnen beheersen. Ter bepaling van het benodigde weerstandsvermogen hebben we inzicht in het risicoprofiel nodig. Middels een inventarisatie zijn de risico's verzameld. Belangrijk daarbij is te onderzoeken welke beheersmaatregelen zijn genomen of alsnog genomen moeten worden. Ook bij de inventarisatie van de risico's maken we onderscheid in structurele en incidentele risico's. Daarbij wordt aangegeven wat het (maximaal) verwachte risicobedrag is en wordt een inschatting gemaakt over de kans van voordoen. We houden daarbij onderstaande inschattingspercentages aan.
Score | Risicokans | Gemiddelde risicokans |
---|---|---|
1. Laag | 0% - 20% | 10% |
2. Matig | 20% - 40% | 30% |
3. Gemiddeld | 40% - 60% | 50% |
4. Hoog | 60% - 80% | 70% |
5. Zeer hoog | 80% - 100% | 90% |
De kans dat een risico zich daadwerkelijk voordoet is slechts globaal aan te geven. Daarom wordt met een variatiebreedte van 20% gerekend.
Het verwachte (maximale) risicobedrag en de kans op voordoen leiden tot een gewogen risicobedrag.
Weerstandscapaciteit
Om het weerstandsvermogen te bepalen wordt het totaal van de gewogen risicobedragen afgezet tegen de weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden van de gemeente om niet begrote kosten te dekken. Ook hier wordt onderscheid gemaakt in structurele en incidentele weerstandscapaciteit.
Incidentele weerstandscapaciteit
◦ Algemene risicoreserve
Voor de berekening van het weerstandsvermogen hebben we de stand van de algemene reserve op 1 januari aangepast met de onttrekkingen/dotaties waarvan we weten dat die plaats gaan vinden.
◦ BudgetegalisatiereserveDe budgetegalisatiereserve is een 'werkreserve' om fluctuaties in de begroting op te vangen. Hiermee wordt het saldo van de jaarrekening verrekend. Als het saldo het toelaat kan de budgetegalisatiereserve ook worden ingezet voor eenmalige kosten.
◦ Begrotingssaldo incidenteel
Ook het incidenteel verwachte begrotingssaldo telt mee bij de bepaling van het incidentele weerstandsvermogen.
Structurele weerstandscapaciteit
◦ Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit is de ruimte die nog mogelijk is voor een tariefsverhoging OZB alvorens men toe kan treden als artikel 12 gemeente. Men wordt artikel 12 gemeente wanneer een gemeente de eigen financiële huishouding niet meer rond krijgt en een beroep moet doen op extra gelden. Een gemeente wordt als het ware onder curatele gesteld.
• Stelpost onvoorzien
Het budget voor onvoorzien is, conform voorschrift van de BBV, structureel in de begroting opgenomen en dient ter dekking van onvoorziene uitgaven.
• Begrotingssaldo structureel
Het structureel verwachte begrotingssaldo telt mee bij de bepaling van het structurele weerstandsvermogen.
Weerstandsratio
Het totaal aan gewogen risico's wordt afgezet tegen de weerstandscapaciteit. Dit leidt tot de bepaling van een weerstandsratio. Met behulp van de hierna volgende tabel beoordelen we de ratio van de gemeente Uithoorn. Deze normtabel is ontwikkeld door het Nederlands Adviesbureau Risicomanagement (NAR).
Weerstandsratio | Ratio weerstandsvermogen | Betekenis |
---|---|---|
A | > 2,0 | Uitstekend |
B | 1,4 < x > 2,0 | Ruim voldoende |
C | 1,0 < x > 1,4 | Voldoende |
D | 0,8 < x > 1,0 | Matig |
E | 0,6 < x > 0,8 | Onvoldoende |
F | < 0,6 | Ruim onvoldoende |
De gemeente Uithoorn hanteert een weerstandsratio van 1,4 of hoger, dus categorie A of B.