Overzicht baten en lasten
Bestaanszekerheid, arbeidsparticipatie en inburgering | R2023 | B2024 | B2025 | B2026 | B2027 | B2028 |
---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | 14.521 | 14.091 | 13.330 | 13.158 | 13.119 | 13.078 |
Baten | 7.402 | 8.937 | 8.104 | 7.976 | 7.976 | 7.976 |
Saldo baten en lasten | -7.119 | -5.154 | -5.225 | -5.181 | -5.143 | -5.101 |
Toevoegingen aan reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekkingen aan reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo | -7.119 | -5.154 | -5.225 | -5.181 | -5.143 | -5.101 |
Toelichting
De baten zijn in 2025 € 0,83 miljoen lager dan in 2024. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
Lagere baten doordat in 2024 eenmalige inkomsten zijn opgenomen vanuit Specifieke uitkeringen (Spuk regelingen) waarvoor in 2025 nog geen middelen zijn opgenomen (totaal € 0,83 mln.). Deze Spuk gelden worden in 2025 geraamd, zodra daar beschikkingen van zijn ontvangen vanuit het Rijk. Tegenover deze lagere baten, staan ook lagere lasten. De Spuk regelingen betreffen een vergoedingen aan verstrekkingen met betrekking de Toeslagenaffaire (€ 0,15 mln.) en een vergoeding voor verstrekkingen in het kader van de Wet Inburgering 2022 (€ 0,68 mln.).
De lasten zijn in 2025 € 0,76 miljoen lager dan in 2024. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
Zoals aan de batenkant is toegelicht zijn er eenmalige lasten in 2024 vanuit Spuk regelingen waarvoor in 2025 nog geen middelen zijn opgenomen (totaal € 0,83 mln.). Deze Spuk gelden worden in 2025 geraamd, zodra daar beschikkingen van zijn ontvangen vanuit het Rijk. Tegenover deze lagere lasten, staan ook lagere baten. De Spuk regelingen betreffen een vergoedingen aan verstrekkingen met betrekking de Toeslagen-affaire (€ 0,15 mln.) en een vergoeding voor verstrekkingen in het kader van de Wet Inburgering 2022 (€ 0,68 mln.).
Hogere Uitvoeringskosten wet Inburgering DUO+ (€ 0,06 mln .). Vanwege de verhoogde huisvestingstaakstelling statushouders waar we sinds 2023 mee te maken hebben, zijn de uitvoeringslasten voor de inburgering toegenomen, terwijl er vanuit het Rijk vooralsnog geen aanvullende middelen beschikbaar worden gesteld na 2024. Omdat de inburgeringstermijn drie jaar bedraagt, werkt een verhoging van de taakstelling nog jarenlang door in de uitvoering.
Hogere lasten bijstandsuitkeringen (€ 0,38 mln.). In 2024 is er bij de 2e voortgangs-rapportage een eenmalige verlaging opgenomen van het aantal bijstandscliënten. Het is nog onzeker of deze structureel doorwerkt. Om deze reden is de verlaging voor een deel meegenomen voor 2025. Vooralsnog wordt er vanaf 2025 rekening gehouden met een lichte toename van het uitkeringsbestand.
Lagere lasten armoedebeleid (€ 0,10 mln.) doordat er in 2024 sprake is van een eenmalige overheveling pilot vroegsignalering vanuit 2023 en een eenmalige maatwerk-opdracht DUO+ voor het optimaliseren schuldhulpverlening.
Lagere lasten voor verstrekkingen Energietoeslag (€ 0,31 mln.). In 2024 waren vanuit de overheveling 2023 nog incidentele middelen beschikbaar voor het uitkeren van Energie-toeslag voor huishoudens met een laag inkomen, inclusief de uitvoeringskosten. In 2025 zijn deze middelen niet opgenomen.
Lagere lasten voor inzet continuïteit bestaanszekerheid (€ 0,12 mln.). In 2024 zijn er eenmalig middelen opgenomen vanwege zwangerschapsvervanging, langdurig ziekte-verzuim en voor de overbrugging van een openstaande vacature door middel van externe inhuur om de continuïteit van de dienstverlening op het terrein van bestaanszekerheid en arbeidsparticipatie te kunnen waarborgen.
Hogere lasten met betrekking tot de bijdrage aan de AM Match (€ 0,17 mln.) met name als gevolg van een eenmalige terugbetaling in 2024 van het rekeningresultaat 2023.
Lagere lasten door diverse kleine verschillen (€ 0,01 mln.).