Heffingen en belastingen

Afvalstoffenheffing

De kosten en opbrengsten van de afvalstoffenheffing zijn gebaseerd op het op 28 januari 2021 vastgestelde grondstoffenbeleid 2020-2025 en op 29 juni en 30 november 2023 vastgestelde grondstoffenbeleid fase 2. Voor de afvalstoffenheffing geldt een kostendekkend tarief. Er is een aantal ontwikkelingen, die, naast indexering, van invloed is op het tarief.

Recycletarief

De afvalstoffenheffing wordt in 2025 gesplitst in een vast deel en een variabel deel (het recycletarief). Daarmee neemt de hoeveelheid restafval naar verwachting af. Dit heeft een positief effect op de verwerkingskosten.

Lachgascilinders

Verwerker AEB hanteert een nultolerantiebeleid waar het de aanwezigheid van lachgascilinders in ons restafval betreft. Vanwege kraansortering van het restafval gedurende de eerste maanden van 2024, het shredderen van restafval vanaf begin juni 2024 en het verwerken van ingeleverde lachgascilinders op het scheidingsdepot en uit de openbare ruimte zijn er oplopende kosten.

Overeenkomst Verpact

In 2019 hebben de VNG en Verpact (de vertegenwoordiger van alle bedrijven die producten met een verpakking op de markt brengen; voorheen Stichting Afvalfonds Verpakkingen) afspraken gemaakt over de invulling van de Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid (UPV), zoals de kostenvergoeding voor gemeenten voor de inzameling van verpakkingsafval.

Om uitvoering te geven aan een motie heeft het VNG-bestuur op 24 april 2024 besloten om de Ketenovereenkomst Verpakkingen niet te verlengen per 1 januari 2025. Dit betekent dat daarmee ook de grondslag voor de vergoeding, die is geregeld in de Ketenovereenkomst, per 1 januari 2025 komt te vervallen.

Naast de overeenkomst hebben gemeenten individueel ook een deelnemersovereenkomst afgesloten met Verpact. VNG en NVRD (branchevereniging) hebben ons opgeroepen om bij Verpact deze deelnemersovereenkomst uiterlijk 1 december 2024 schriftelijk op te zeggen, zodat deze per 31 december 2024 eindigt. De gevolgen van dit alles zijn op dit moment nog niet bekend.

Tarieven

Bovenstaande heeft het volgende effect op de tarieven van de afvalstoffenheffing 2025:

2024 tarieven

Tarief

Eenpersoonshuishouden

€ 323,06

Meerpersoonshuishouden

€ 368,20

2025 tarieven

Vast tarief

Variabel tarief

Eenpersoonshuishouden

€ 297,00

1x 60 liter = € 1

Meerpersoonshuishouden

€ 312,00

Berekening kostendekkendheid afvalstoffenheffing

2025

Kosten taakveld (excl uren)

3.760

Inkomsten taakvelden, exclusief heffingen

626

Netto kosten taakveld

3.134

Toe te rekenen directe kosten (uren)

587

Overhead

388

Onderlinge BTW verrekening

588

Totale kosten

4.696

Opbrengsten heffingen

4.696

Dekkingspercentage

100%

Riool- en waterzorgheffing

Om de water- en rioleringsvoorzieningen op het gewenste niveau te krijgen en te houden moeten kosten worden gemaakt. Om de strategie voor de komende planperiode ten uitvoer te brengen is het belangrijk dat de personele organisatie daarop is berekend, zowel kwantitatief als kwalitatief. De benodigde activiteiten en bijhorende budgetten voor de planperiode 2023-2027 zijn in het op 2 november 2023 vastgestelde Water-en rioleringsprogramma Uithoorn 2023–2027 (Wrp 2023-2027) benoemd. In het Wrp is een doorkijk gemaakt naar de lasten voor de lange termijn (2023-2077), inclusief de benodigde investeringen voor vervanging en verbetering.

De riool- en waterzorgheffing kent een eigenarendeel en een gebruikersdeel. Het gebruikersdeel is alleen van toepassing op grootverbruikers. Voor 2024 is de hoogte van de riool- en waterzorgheffing (eigenarendeel) vastgesteld op € 265,00.

Met het oog op een goed strategisch financieel beleid en op basis van de verkenningen is in het Wrp voorgesteld om de komende planperiode (2025 t/m 2027) de heffing met jaarlijks respectievelijk, 13%, 5% en 2% (exclusief Inflatie) te laten stijgen en de beschikbare middelen vanuit de reserve riolering in te zetten voor een geleidelijke ontwikkeling van de riool- en waterzorgheffing. Het tarief voor de riool- en waterzorgheffing 2025 is op basis van het Wrp bepaald op € 301.

De tarieven 2025-2027 op basis van het Wrp komen in lijn met de eerder geprognotiseerde tarieven in het GRP-6. Het geeft voldoende middelen om de gestelde ambities en nieuwe beleidsthema’s op een adequaat niveau in te vullen. Bij voortzetting van dit beleid zal de riool- en waterzorgheffing toegroeien naar circa € 328 in 2028 (exclusief inflatie).

Berekening kostendekkendheid riool- en waterzorgheffing

2025

Kosten taakveld (excl uren)

3.984

Inkomsten taakvelden, exclusief heffingen

316

Netto kosten taakveld

3.668

Toe te rekenen directe kosten (uren)

296

Overhead

195

Onderlinge BTW verrekening

526

Totale kosten

4.685

Opbrengsten heffingen

4.685

Dekkingspercentage

100%

Overzicht woonlasten

Onderstaand ter vergelijking, de woonlasten van de omliggende gemeenten in 2024 voor een woningeigenaar en op basis van een meerpersoonshuishouden.

Gemeenten

OZB 2024

Afvalstoffen heffing 2024

Riool- en waterzorg heffing 2024

Totale woonlasten

Amstelveen

€ 441

€ 326

€ 208

€ 974

De Ronde Venen

€ 376

€ 378

€ 235

€ 990

Haarlemmermeer

€ 392

€ 445

€ 156

€ 993

Ouder-Amstel

€ 533

€ 327

€ 177

€ 1.038

Uithoorn

€ 433

€ 368

€ 265

€ 1.066

Diemen

€ 360

€ 474

€ 236

€ 1.070

Aalsmeer

€ 531

€ 370

€ 188

€ 1.089

Kaag en Braassem

€ 483

€ 366

€ 303

€ 1.152

Nieuwkoop

€ 567

€ 356

€ 453

€ 1.376

Landelijk gemiddelde

€ 457

€ 379

€ 247

€ 1.083

Bron: Coelo (Atlas van de Lokale Lasten 2024, gegevens gemeenten 2024)

Woonforensenbelasting

Deze belasting kan worden geheven van natuurlijke personen die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er gedurende het belastingjaar voor zichzelf of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden. Deze belasting is gedeeltelijk een profijtbelasting. Dit houdt in dat een vergoeding wordt gevraagd aan personen, die niet als inwoner van de gemeente kunnen worden aangemerkt, maar die wel profiteren van de voorzieningen die door de gemeente worden geboden. De wettelijke basis voor de heffing is artikel 223 Gemeentewet en de Verordening woonforensenbelasting. De tarieven voor de woonforensenbelasting worden geïndexeerd conform het prijsindexcijfer van 2,9%.

Toeristenbelasting

Met ingang van 2018 wordt toeristenbelasting geheven. De belastingplicht luidt: ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente zijn ingeschreven in de basisregistratie personen, wordt onder de naam ‘toeristenbelasting’ een directe belasting geheven. De wettelijke basis voor de heffing is artikel 224 Gemeentewet. Het tarief voor de toeristenbelasting wordt geïndexeerd conform het prijsindexcijfer van 2,9%.

Precariobelasting

Precariobelasting maakt het mogelijk om belasting te heffen voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. De belasting wordt geheven per periode van het gebruik en de ruimte die in gebruik genomen wordt. De precariobelasting wordt bijvoorbeeld geheven vanwege het hebben van reclame-uitingen boven gemeentegrond, het exploiteren van een terras op gemeentegrond en woonschepen. De wettelijke basis voor de heffing is artikel 228 Gemeentewet en de Verordening precariobelasting. De tarieven voor de precariobelasting worden jaarlijks geïndexeerd conform het prijsindexcijfer van 2,9%.

Marktgelden

Marktgelden zijn rechten ter zake van het innemen van standplaatsen op voor openbare dienst bestemde gemeentebezittingen. De wettelijke basis voor de heffing is artikel 229 Gemeentewet en de Verordening marktgelden. Voor de marktgelden geldt een kostendekkend tarief.

Berekening kostendekkendheid marktgelden

2025

Kosten taakveld (excl uren)

2

Inkomsten taakvelden, exclusief heffingen

-

Netto kosten taakveld

2

Toe te rekenen directe kosten (uren)

4

Overhead

3

Onderlinge BTW verrekening

-

Totale kosten

9

Opbrengsten heffingen

9

Dekkingspercentage

100%

Stel uw tan:document zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd

Direct downloaden


Volledige pdf