Algemene dekkingsmiddelen

In het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) wordt voorgeschreven een overzicht op te nemen van de algemene dekkingsmiddelen, het bedrag voor de heffing voor de vennootschapsbelasting en het bedrag voor onvoorzien.

De algemene dekkingsmiddelen zijn de baten en lasten die niet direct samenhangen met een programma. Volgens het voorschrift bevat het overzicht ten minste de volgende onderdelen: lokale heffingen waarvan de besteding niet gebonden is, algemene uitkeringen, dividend, saldo van de financieringsfunctie en overige algemene dekkingsmiddelen.

Overzicht baten en lasten

Algemene dekkingsmiddelen

R2023

B2024

B2025

B2026

B2027

B2028

Lasten

-280

-921

222

832

561

329

Baten

66.842

71.400

72.950

69.510

69.735

69.960

Saldo baten en lasten

67.122

72.321

72.728

68.678

69.174

69.631

Toevoegingen aan reserves

-

3.070

395

12

266

-

Onttrekkingen aan reserves

5.784

7.125

1.365

515

717

364

Saldo reserves

5.784

4.056

970

503

451

364

Saldo

72.906

76.377

73.698

69.181

69.625

69.995

Overzicht algemene dekkingsmiddelen

Programma

R2023

B2024

B2025

B2026

B2027

B2028

Algemene dekkingsmiddelen

Algemene uitk. en overige uitk. gemeentefonds

56.035

59.273

60.562

57.139

57.380

57.609

Saldo vd financieringsfunctie

1.078

1.895

1.410

799

1.020

1.254

Lokale heffingen

8.656

9.629

10.293

10.293

10.293

10.293

Dividend

253

436

404

404

404

404

Overige dekkingsmiddelen

1.100

1.095

67

50

85

79

Reserves Algemene dekkingsmiddelen

5.784

4.056

970

503

451

364

Algemene dekkingsmiddelen

72.906

76.385

73.706

69.189

69.633

70.003

Vennootschapsbelasting

-

-

-

-

-

-

Onvoorzien

-

-8

-8

-8

-8

-8

Overig

-

-8

-8

-8

-8

-8

Saldo

72.906

76.377

73.698

69.181

69.625

69.995

Toelichting

Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds voordeel van € 1,289 miljoen ten opzichte van 2024

Baten

De baten zijn in 2025 € 1,29 mln. hoger dan in 2024. Dit voordeel wordt veroorzaakt door de volgende mutaties in het gemeentefonds in de meicirculaire 2024:

  • Een voordeel van € 0,28 mln. door hogere baten door aanpassing van maatstaven met de hoogtste impact.

  • Een nadeel door lagere baten door actualiseren van de WOZ-waardes als gevolg van prijsstijging en woningbouw. Een stijging van deze maatstaf betekent een korting in het gemeentefonds van € 0,56 mln.

  • Een voordeel van € 1,06 mln. door hogere baten accres door Loon- en prijsontwikkeling en volumeaccres.

  • Een voordeel van € 0,68 mln. door hogere baten door eenmalige compensatie hervormingsagenda Jeugdzorg.

  • Een nadeel van € 0,22 mln. door lagere baten door een eenmalige vrijval van de ruimte onder het BCF-plafond in 2024.

  • Hogere baten door taakmutaties van het Rijk naar gemeenten leveren een voordeel op van € 0,11 mln.

  • Een nadeel van € 0,15 mln. door lagere baten door eenmalige decentralisatie-uitkeringen in 2024.

  • Hogere baten door diverse overige kleine verschillen met een voordeel van € 0,09 mln.

Saldo van de financieringsfunctie nadeel van € 0,49 miljoen ten opzichte van 2024

Lasten

De lasten zijn in 2025 € 0,08 miljoen hoger dan in 2024. Dit nadeel van € 0,08 mln. wordt veroorzaakt door de volgende voor- en nadelen:

  • Lagere rentelasten van € 0,12 mln. door aflossingen op lopende leningen.

  • Te verwachten rentelasten van € 0,36 mln. voor een nieuwe lening in verband met een verwacht financieringstekort in 2025.

  • Lagere toerekening van rente over reserves en voorzieningen van € 0,01 miljoen.

  • Hogere doorberekening van rente vanuit Algemene dekkingsmiddelen naar de overige programma-onderdelen ad € 0,15 mln. Het bedrag aan (omslag)rente wordt berekend over de (boek)waarde van investeringen per 1 januari van een kalenderjaar. Omdat het bedrag aan boekwaarde per 1 januari 2025 is gestegen ten opzichte van 1 januari 2024 door de in 2024 gedane investeringen, stijgt ook het bedrag van de toe te rekenen (omslag)rente.

Baten

De baten zijn in 2025 € 0,41 miljoen lager dan in 2024. Dit nadeel van € 0,41 mln. wordt veroorzaakt door:

  • Een nadeel van € 0,40 miljoen aan rente-inkomsten uit schatkistbankieren. Schatkistbankieren houdt in dat gemeenten, provincies, waterschappen en door hen opgerichte gemeenschappelijke regelingen al hun overtollige liquide middelen en beleggingen aanhouden bij het ministerie van Financiën en niet langer financiële geldmiddelen en vermogen bij private partijen buiten de schatkist aanhouden. Over de tegoeden wordt rente ontvangen. Deze rente-inkomsten zijn voor 2024 begroot op € 0,6 mln. Omdat het lastig te voorspellen is hoe hoog de inkomsten de komende jaren zullen zijn, omdat dit afhankelijk is van het rentepercentage op het tegoed en de omvang van het tegoed, is voor de jaren 2025 en verder uit voorzichtigheid uitgegaan van een structureel bedrag van € 200.000

  • Lagere toerekening van rente over reserves en voorzieningen ad € 0,01 mln.

Lokale heffingen voordeel € 0,66 miljoen

Het voordeel van € 0,66 mln. ten opzichte van 2024 wordt voornamelijk veroorzaakt door een verhoging van de OZB tarieven met 6,3%.

Dividend

Het verschil aan baten en lasten is < € 0,1 miljoen en wordt daarom niet toegelicht.

Overige dekkingsmiddelen nadeel € 1,03 miljoen

Het nadeel van € 1,03 miljoen ten opzichte van 2024 wordt veroorzaakt door:

  • Het restant van de stelpost inflatiecorrectie van € 0,89 mln.

  • Lagere BTW toerekening aan de riool- en afvalstoffenheffingn van € 0,02 mln.

  • Het opnemen van een stelpost voor areaaluitbreiding van € 0,12 mln.

Reserves Algemene dekkingsmiddelen nadeel € 3,09 miljoen

Nadeel bij onttrekkingen aan reserves van € 5,76 miljoen

In de begroting 2025 is een onttrekking aan de budgetegalisatiereserve geraamd van € 0,87 mln. voor dekking van incidentele budgetten. De onttrekking in 2024 voor dekking van incidentele budgetten bedroeg € 1,78 mln. In de loop van 2024 is er € 1,52 mln. extra onttrokken aan deze reserve. Deze onttrekkingen houden verband met het uitvoeringsprogramma mobiliteit, de groene recreatieve verbindingszone, de transformatie Amstelzone, de energietoeslag, implementatiekosten van de omgevingswet, de gebiedsuitwerking Noorder Legmeerpolder met initiatief voor een duurzaamheidspark en de dekking saneringskosten van de parkeerplaats van het gemeentehuis. De totale lagere onttrekking aan de budgetegalisatiereserve in 2024 bedraagt € 2,43 mln.

Daarnaast is er een lagere onttrekking aan de algemene risicoreserve van € 3,34 mln. In 2025 is geen onttrekking aan deze reserve begroot.

Voordeel bij toevoegingen aan reserves van € 2,68 miljoen

In de begroting 2025 zijn er minder stortingen aan de budgetegalisatiereserve geraamd van € 3,07 mln. In 2024 houdt de storting verband met een voordelig saldo van de actualisering van de grondexploitaties per 1-1-2024 (€ 0,07 mln.) en de storting in de reserve ter dekking van incidentele posten (€ 3,0 mln.).

Daarnaast is in de begroting 2025 een storting geraamd in de reserve sparen vooraf, dit geeft een nadeel van € 0,39 mln.

Stel uw tan:document zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd

Direct downloaden


Volledige pdf