Financieel beeld Programmabegroting 2025-2028
Kadernota 2025 als vertrekpunt |
De Kadernota 2025 is het vertrekpunt voor het opstellen van de programmabegroting 2025-2028. Het jaar 2025 laat een overschot zien van € 394.000, maar vanaf 2026 is er een tekort van € 4,1 miljoen oplopend naar € 5,1 miljoen in 2028.
Tabel 1 - Vertrekpunt | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Kadernota 2025 | 394 | -4.110 | -4.228 | -5.118 |
Vertrekpunt programmabegroting 2025 | 394 | -4.110 | -4.228 | -5.118 |
Actualisatie vertrekpunt |
Na de vaststelling van de Kadernota 2025 zijn er verschillende mutaties geweest, die zorgen voor een gewijzigd financieel beeld. Dit betreft de meicirculaire 2024, tussentijdse en lopende raadsbesluiten, indexatie en financieel technische mutaties. In tabel 2 zijn deze mutaties opgenomen.
Tabel 2 Actualisatie vertrekpunt | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Vertrekpunt programmabegroting 2025 | 394 | -4.110 | -4.228 | -5.118 |
Raadsbesluiten na kadernota | ||||
Actualisatie grondexploitatie | 147 | 20 | 20 | 20 |
Parkeerterrein Irenelaanlocatie | 1 | -14 | -16 | -81 |
2e Turap | -15 | -184 | -141 | -99 |
Raadsbesluiten na kadernota | 133 | -177 | -137 | -160 |
Circulaires gemeentefonds | ||||
Meicirculaire | 2.769 | 4.069 | 4.022 | 3.983 |
Compensatie hervormingsagenda 2025 | -626 | |||
Effect WOZ indexatie 6,3% | 614 | 614 | 614 | 614 |
Circulaires gemeentefonds | 2.757 | 4.683 | 4.636 | 4.597 |
Indexatie en areaaluitbreiding | ||||
Indexatie | -2.000 | -2.000 | -2.000 | -2.000 |
Effect WOZ areaaluitbreiding woningen | 79 | 79 | 79 | 79 |
Areaaluitbreiding | -124 | -124 | -124 | -124 |
Financieel technische mutaties | ||||
Actualisatie rente over langlopende leningen en financieringstekort | 320 | 241 | 63 | 139 |
Actualisatie kapitaallasten (rente en afschrijving) | 102 | 203 | 178 | 80 |
Effect gesloten huishoudingen | 149 | 185 | 200 | 206 |
Overige mutaties | 56 | 56 | 56 | 56 |
Actualisatie begroting | -1.418 | -1.360 | -1.548 | -1.564 |
Saldo na actualisatie begroting | 1.866 | -965 | -1.277 | -2.245 |
Raadsbesluiten na kadernota
Na het opstellen van de Kadernota 2025 zijn de volgende besluiten door de raad vastgesteld:
Actualisatie grondexploitatie
Parkeerterrein Irenelaanlocatie
Tijdens het opstellen van de Programmabegroting 2025 is de Tweede Tussentijdse rapportage (2e Turap) 2024 in voorbereiding om aan de raad voor te leggen. De structurele financiële gevolgen van de 2e Turap 2024 zijn in het financieel beeld verwerkt.
Meicirculaire
Het gemeentefonds is veruit de belangrijkste inkomstenbron voor gemeenten. Jaarlijks wordt het gemeentefonds bijgesteld middels de mei-, september- en decembercirculaire. De belangrijkste mutaties als gevolg van de meicirculaire 2024 worden veroorzaakt door:
Aanpassing en actualisering maatstaven inclusief de WOZ-waarde mutatie;
Aanpassing van de uitkeringsfactor door actualisatie maatstaven;
Accresontwikkeling op basis van de nieuwe systematiek;
Schrappen opschalingskorting vanaf 2026.
Aanpassing en actualisering maatstaven inclusief de WOZ-waarde mutatie
Het gemeentefonds wordt berekend op basis van diverse maatstaven. Aan de hand van de laatste specificatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) zijn de maatstaven geactualiseerd.
Daarnaast worden gemeenten op de algemene uitkering gekort voor de maatstaf WOZ-waarde. Uitgangspunt is daarbij dat gemeenten waar de WOZ waarde gemiddeld hoger ligt, de financiële draagkracht van inwoners beter is en gemeenten dus ook in staat zijn om meer eigen inkomsten uit OZB te realiseren. Deze korting wordt berekend op basis van een gemiddeld rekentarief vermenigvuldigd met de totale WOZ waarde. Het rekentarief wijzigt als gevolg van een landelijke gemiddelde waardestijging van woningen en door inflatie.
In de meicirculaire is rekening gehouden met een gemiddelde landelijke WOZ waarde stijging van respectievelijk 3,5% en 1,25% voor woningen en niet-woningen. Uithoorn heeft deze stijging ook verwerkt in de bepaling van de WOZ maatstaf en volgt daarmee de landelijke inschatting. Daarnaast wordt er gerekend met een inflatie van 6,3%. Het Rijk gaat ervan uit dat gemeenten in hun tariefstelling OZB rekening houden met inflatie, waardoor deze korting geen effect hoeft te hebben op het begrotingsresultaat.
Aanpassing van de uitkeringsfactor door actualisatie maatstaven
De uitkeringsbasis wordt gebaseerd op de aantallen van maatstaven vermenigvuldigd met een prijs per eenheid die daaraan is gekoppeld. De uitkeringsbasis wordt vervolgens vermenigvuldigd met de uitkeringsfactor om zo het totaal beschikbare bedrag binnen het gemeentefonds te kunnen verdelen. Wanneer de omvang van het gemeentefonds en/of de prijs per eenheid van de maatstaven wijzigt, zal dus ook de uitkeringsfactor wijzigen.
Accresontwikkeling op basis van de nieuwe systematiek
De stijging van het gemeentefonds is sinds de meicirculaire 2022 gesplitst in een nominaal en volume deel. Het nominale deel omvat de bijstelling voor inflatie (loon- en prijsontwikkeling) en moet gemeenten in staat stellen om, als gevolg van inflatie, haar reguliere taken uit te blijven voeren. Het volume deel is bedoeld om stijgingen in verdeelmaatstaven (bijvoorbeeld inwonersaantallen) op te vangen, maar ook om vanuit de normeringssystematiek (trap-op trap-af) gemeenten mee te laten groeien of dalen met de Rijksuitgaven.
Om gemeenten meer financiële stabiliteit te geven was het volumedeel tot en met 2025 al eerder vastgeklikt. In het coalitieakkoord is ook besloten om het volume-accres vanaf 2026 niet langer te koppelen aan de ontwikkeling van de rijksuitgaven (trap-op trap-af).
In de meicirculaire 2023 is aangegeven dat het kabinet, als uit werking van het coalitieakkoord, heeft besloten dat het gemeentefonds vanaf 2027 geïndexeerd wordt op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp). Het nominaal deel (loon- en prijsontwikkeling) volgt vanaf dan het %-bbp van het lopende jaar. De volumeontwikkeling wordt gebaseerd op een historisch gemiddelde van de ontwikkeling van het %-bbp, waardoor het gemeentefonds minder schommelt.
In deze meicirculaire heeft het Rijk besloten om de indexering voor zowel het volume- als het nominale (loon- en prijsontwikkeling) deel op basis van prijs bruto binnenlands product (Pbbp) naar voren te halen en al vanaf 2024 te gaan hanteren. Dit betekent dat de oude systematiek, een gecombineerde index op basis van het Centraal Economisch Plan van het Centraal Planbureau (CPB), per direct wordt losgelasten.
Aangezien de Pbbp index lager uitvalt dan de oude systematiek, zouden gemeenten hierdoor in 2024 en 2025 minder accres ontvangen. Er is daarom besloten om dit effect voor 2024 volledig en voor 2025 voor 50% te compenseren. Dit houdt in dat het accres in 2025 lager uitvalt dan waar eerder rekening mee was gehouden.
Schrappen opschalingskorting vanaf 2026
Sinds 2015 worden gemeenten geconfronteerd met een korting op het gemeentefonds, die oploopt tot € 975 miljoen in 2026. Deze korting is opgelegd omdat gemeenten door gedwongen opschaling kosten zouden besparen. Sinds 2019 is een stand van de opschalingskorting bereikt van € 300 miljoen. In de meicirculaire 2024 is de oploop van de opschalingskorting vanaf 2026, een structurele uitname van € 675 miljoen, geschrapt. Voor de gemeente Uithoorn gaat het om een bedrag van bijna € 1 miljoen.
Compensatie hervormingsagenda
In het coalitieakkoord Rutte IV is een aanvullende besparing op Jeugdzorg opgenomen die oploopt naar structureel € 511 mln. vanaf 2027. De toezegging is gedaan dat het Rijk aan de lat staat voor het realiseren van deze besparing waardoor gemeenten deze besparing op het gemeentefonds budgetneutraal moeten opnemen door eenzelfde besparing op de uitgaven Jeugd. De geraamde besparing van € 500 mln. in 2025 kan nog niet gerealiseerd worden, omdat de maatregelen die tot besparing moeten leiden nog niet zijn gerealiseerd. Daarom wordt incidenteel € 500 mln. toegevoegd aan de algemene uitkering van het gemeentefonds. Hiermee worden gemeenten in de gelegenheid gesteld om de eerdere verlaging van de uitgaven eenmalig in 2025 terug te draaien.
Effect WOZ indexatie 6,3%
Gemeenten worden op de algemene uitkering gekort voor de maatstaf WOZ-waarde. Voor de berekening van deze korting is het Rijk uitgegaan van een inflatie van 6,3%. Het Rijk gaat er hierbij van uit dat gemeenten in hun tariefstelling OZB rekening houden met deze inflatie, waardoor deze korting geen effect hoeft te hebben op het begrotingsresultaat. Voor de gemeente Uithoorn gaat het om een bedrag van € 614.000.
Indexatie
Jaarlijks wordt de begroting geïndexeerd vanwege loon- en prijsstijgingen. Hiervoor was in de Kadernota 2025 nog geen bedrag opgenomen, aangezien de compensatie van de loon- en prijsstijgingen worden gecompenseerd in de meicirculaire.
In de Kadernota werd nog uitgegaan van indexatie voor 2025 volgens de oude systematiek, namelijk een gecombineerde index op basis van het Centraal Economisch Plan. Vanwege de nieuwe systematiek is de loon- en prijsindexatie voortaan gelijk aan het %-bbp van het lopende jaar. (zie hierboven onder het kopje 'Accresontwikkeling op basis van de nieuwe systematiek'). Er wordt uitgegaan van de volgende verwachte indexaties:
Loon- en prijsstijgingen van 2,9% (%-bbp van het lopende jaar).
Inflatie van de tarieven en belastingen van 2,9%.
Inflatie van de WOZ-maatstaf van 6,3%. Dit percentage wordt gebruikt door het Rijk om de korting op het gemeentefonds te berekenen (zie meicirculaire).
Voor de jaren na 2025 zijn alle baten en lasten (inclusief loon en prijzen) gebaseerd op het basisjaar 2025 en is geen meerjarige indexatie verwerkt (constante prijzen).
Er is gerekend met een interne rekenrente van 3%.
De stelpost inflatiecorrectie is voor een bedrag van € 2 miljoen in de Programmabegroting 2025-2028 verwerkt.
Areaaluitbreiding
In de kadernota 2024 is voorgesteld om voortaan beter om te gaan met areaaluitbreiding. Door de bouw van woningen is sprake van meer inwoners, groen, wegen, etc. en daarmee ook van extra inkomsten via het gemeentefonds. Door het instellen van een stelpost areaaluitbreiding kunnen extra uitgaven vanwege uitbreidingen worden opgevangen en worden we minder 'verrast'.
Bij de berekening van de meicirculaire 2024 is rekening gehouden met de groei van het aantal woningen in 2024, die extra geld vanuit het gemeentefonds opleveren vanaf 2025. In het raadsbericht meicirculaire 2024 werd aangegeven hiervoor een stelpost van € 200.000 in de Programmabegroting 2025 op te nemen. In de 2e Turap 2024 en Kadernota 2025 zijn echter al bedragen verwerkt voor areaaluitbreiding van de openbare ruimte. Dit betekent dat de stelpost al deels is ingezet en daarom wordt voorgesteld een stelpost van € 123.600 in de begroting op te nemen, in plaats van een stelpost van € 200.000.
Hogere OZB-inkomsten vanwege areaaluitbreiding
De groei van het aantal woningen leidt niet alleen tot hogere uitgaven, maar ook tot hogere OZB-inkomsten. Er wordt uitgegaan van een toename van € 79.000.
Financieel technische mutaties
Net als andere jaren worden verschillende onderdelen van de begroting geactualiseerd. Zo wordt de rente die de gemeente betaalt over langlopende leningen en het verwachte financieringstekort en kapitaallasten (rente en afschrijvingen) geactualiseerd op basis van de verwachte investeringsuitgaven voor de komende jaren. Vanwege de financiële situatie en het traject Sterk voor de toekomst zijn alleen bestaande investeringen opgenomen en geen voorstellen voor nieuwe investeringen. Dit leidt tot meevallers in de meerjarenbegroting.
Daarnaast is de toerekening aan de gesloten huishoudingen (riool- en afvalstoffenheffing) opnieuw berekend. Dit leidt tot een voordeel van € 150.000 in 2025, oplopend tot circa € 200.000 in 2028.
Nieuwe investeringen
In de afgelopen maanden is het proces van besluitvorming over investeringen uitgebreid geanalyseerd. In de Kadernota 2025 werd nog aangegeven dat bij de Programmabegroting 2025 een totaaloverzicht van investeringen zou worden voorgelegd. Inmiddels is de conclusie dat het logischer is om de prioritering ten aanzien van nieuwe investeringen in de kadernota op te nemen als richtinggevend kader. Vervolgens kan dit worden uitgewerkt in de daaropvolgende begroting.
Dit betekent dat in deze begroting alleen bestaande investeringen (waarover een raadsbesluit is genomen) zijn opgenomen. Een overzicht van nieuwe investeringen zal samen met de voorstellen in het kader van de herbezinning gemeentelijke taken in de Kadernota 2026 aan de raad ter besluitvorming worden voorgelegd. Investeringen die om dringende redenen niet kunnen wachten tot het moment van de Kadernota zullen met een separaat voorstel aan de raad worden voorgelegd.
Onvermijdelijk na Kadernota |
Na het opstellen van de kadernota 2025 is een aantal zaken naar voren gekomen, die vallen onder de categorie onvermijdelijk. Onder onvermijdelijk worden zowel hogere uitgaven als lagere inkomsten verstaan, die hoe dan ook begroot moeten worden. Er is bijvoorbeeld sprake van (veranderende) wetgeving, het betreft hogere kosten die door derden worden opgelegd of het gaat om tegenvallende inkomsten. Bij onvermijdelijk is er geen keuzemogelijkheid om iets wel of niet te doen. Overigens kan bij onvermijdelijk ook sprake zijn van lagere uitgaven of hogere inkomsten,
Vanwege de financiële situatie is zeer krititsch gekeken naar onvermijdelijke voorstellen.
Tabel 3 - Onvermijdelijk begroting | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Saldo na actualisatie begroting | 1.866 | -965 | -1.277 | -2.245 |
Onvermijdelijk begroting | ||||
Samenleving | ||||
Aanpassing BUIG en uitgaven participatiewet | 200 | 200 | 200 | 200 |
Wonen & Werken | ||||
Regelanalist | -7 | -7 | -7 | -7 |
Vastgoed en projecten | 101 | -148 | -36 | 23 |
Organiseren | ||||
Ontwikkeling bedrijfsvoering DUO+ | -68 | -68 | -68 | -68 |
Ontwikkelingen Griffie | -146 | -146 | -146 | -124 |
80 jaar vrijheid | -45 | |||
Onvermijdelijk begroting | 35 | -169 | -57 | 25 |
Begrotingssaldo | 1.902 | -1.133 | -1.334 | -2.221 |
Samenleving
In de 2e Turap 2024 is een voordeel opgenomen door een bijgestelde prognose van het aantal bijstandsuitkeringen en hogere inkomsten gebundelde uitkering bijstand en terugvordering (BUIG). De verwachting is dat deze lijn zich doorzet in de komende jaren.
Wonen en werken
Het voorstel Vastgoed en projecten betreft voornamelijk technische wijzigingen en dan met name mutaties in de reserves groot onderhoud, gemeentelijke gebouwen en openbare ruimte.
Organiseren
Het werk aan de organisatie en het personeelsbestand vraagt door de krappe arbeidsmarkt en de vele mutaties steeds meer tijd. Hiervoor is aanvullend budget voor het team P&O noodzakelijk.
In juni heeft de raad ingestemd met uitbreiding van de capaciteit van de griffie en de kosten hiervan in de begroting op te nemen.
In 2025 zal landelijk gevierd worden dat (Noordelijk) Nederland in 1945 bevrijd is en dat we sinds die tijd 80 jaar in vrijheid kunnen leven. Om dit gepaste aandacht te geven, wil de gemeente alvast geld opnemen in de begroting.
Sterk voor de toekomst |
Om ook in de toekomst financieel gezond te blijven en de beoogde effecten en doelstellingen uit het Collegeuitvoeringsprogramma 2022-2026 te kunnen bereiken, is begin 2024 gestart met een herbezinning op de gemeentelijke taken, inmiddels bekend als het project 'Sterk voor de Toekomst'. De eerste uitkomsten van dit project worden in november met de raad gedeeld en in de Kadernota 2026 ter besluitvorming voorgelegd. Er is echter een aantal voorstellen nu al meegenomen in de begroting. Het betreft voorstellen die niet leiden tot een vermindering van werkzaamheden, maar mogelijk zijn door onderbesteding of door zaken slimmer te organiseren. In tabel 4 staan deze voorstellen, die geen maatschappelijke impact hebben, opgenomen.
Tabel 4 - Sterk voor de Toekomst | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Saldo na beleidskeuze | 1.902 | -1.133 | -1.334 | -2.221 |
Samenleving | ||||
Financiering zware individuele begeleiding uit Rijksmiddelen Begeleid Thuis | 300 | 300 | 300 | 300 |
Andere wijze inkopen preventief jongerenwerk | 35 | 35 | 35 | 35 |
Bekostiging maatschappelijke begeleiding uit SPUK Inburgering | 67 | 67 | 67 | 67 |
Vrijval kinderopvangbudget | 15 | 15 | 15 | 15 |
Vrijval budget gezondheid door extra middelen SPUK GALA/IZA | 10 | 10 | 10 | 10 |
Vrijval onderbesteding re-integratietrajecten | 50 | 50 | 50 | 50 |
Andere werkwijze bemoeizorg | 50 | 50 | 50 | 50 |
Organiseren | ||||
Inwonersmonitor efficiënter en effectiever organiseren | 20 | 20 | 20 | 20 |
Niet uitgegeven gelden van diverse posten | 30 | 30 | 30 | 30 |
BTW-Compensatie Gemeentefonds | 300 | 300 | 300 | 300 |
Saldo Sterk voor de toekomst | 877 | 877 | 877 | 877 |
Begrotingssaldo | 2.779 | -256 | -457 | -1.343 |
Structureel en reëel evenwicht van de meerjarenbegroting |
In het gepresenteerde financieel beeld in de tabellen 1 tot en met 4 is sprake van incidentele effecten. De provincie, als toezichthouder, heeft kaders opgesteld voor de beoordeling van de begroting. Er wordt onder andere getoetst op structureel en reëel begrotingsevenwicht. Met reëel wordt bedoeld dat er niet allerlei taakstellingen in de begroting zijn opgenomen om tot een sluitende begroting te komen.
In tabel 5 is het begrotingssaldo ontdaan van alle incidentele effecten (zie voor details het overzicht van incidentele baten en lasten in de financiële begroting). Er is sprake van een structureel en reëel evenwicht voor de jaren 2025 tot en met 2028.
De tabel laat een structureel sluitende begroting zien voor 2025.
Tabel 5 - Structureel begrotingssaldo | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Programmabegroting 2025 | 2.779 | -256 | -457 | -1.343 |
Waarvan: incidentele baten en lasten | 1.632 | 176 | -194 | 120 |
Structureel begrotingssaldo | 4.411 | -80 | -651 | -1.222 |
Het saldo van incidentele baten en lasten wordt gedekt uit de budgetegalisatiereserve.